maandag 23 februari 2009

Mos - II

Signaturen - II

Geheimtaal

Zeer verschillende wegen gaat de mens.
Wie ze volgt en vergelijkt, 
ziet wonderlijke figuren ontstaan;
figuren die lijken te behoren
tot de grote geheimtaal die je overal ziet,
op vleugels, eierschalen, in wolken, in de sneeuw, 
in kristallen en in steenafzettingen,
in bevriezend water, binnen en buiten in de bergen
en waarin je vreemde conjuncturen
van het toeval ontdekt.
Daarin vermoed je de sleutel
tot dit wonderschrift, de grammatica ervan.
(Novalis)

zondag 22 februari 2009

Eenden

Riet - VIII

Weet dat

Weet dat alle dingen zo zijn:
Een luchtspiegeling, een luchtkasteel,
Een droom, een verschijning,
Zonder essentie maar met kenmerken
die waarneembaar zijn.

Weet dat alle dingen zo zijn:
Als de maan aan een heldere hemel
Weerspiegeld in een helder meer,
Maar naar dat meer bewoog de maan zich nooit.

Weet dat alle dingen zo zijn:
Als een echo die voortkomt
Uit muziek, geluiden en geuren,
Maar in die echo is geen melodie.

Weet dat alle dingen zo zijn:
Zoals een goochelaar illusies schept
Van paarden, ossen, karren en andere dingen,
Niets is zoals het lijkt.
(Boeddha)

zaterdag 21 februari 2009

Kringen - VI



Voorjaarsbode

Thuiskomst

Ik heb je lief, al kan ik het niet weten.
Ik bedenk het als je thuiskomt van een dag
in je leven. Maar het is geen gedachte.
Je streelt mijn wang en wie weet,
dat gebaar. Het wordt duizend keer gemaakt
voor het bestaat. Hangt je jas aan de kapstok,
iets van niets, maar morgen ontbreekt het
misschien. Of schudt de dag uit je haar.
Wat ik daarin zie, is het begin.
Het huis ontstaat, de tafel neemt plaats,
wij veroorzaken elkaar. Het is toch niet
denkbaar dat iemand dit alles verzint.
(Bernard Dewulf)

Compositie - XII


Wolken - X

De eigennatuur is altijd rein

De eigennatuur is altijd rein, zon en maan zijn altijd helder.
Enkel wanneer wolken hen bedekken,
is boven helderheid, onder duisternis,
en zon, maan en sterren kunnen niet goed gezien worden.
Maar wanneer plotseling de wind der wijsheid waait
en wolken en nevel verdrijft,
verschijnen opeens al de vormen van het heelal.
De reinheid van de natuur van de mens
is als de blauwe hemel…
Inzicht en wijsheid zijn altijd helder,
maar wanneer mensen uiterlijk aan dingen blijven hangen,
bedekken dwalende gedachten
als trekkende wolken de eigennatuur,
zodat die niet helder kan zijn.
(Hui-neng)

maandag 16 februari 2009

Van de ruimte ben ik een rimpel

van de ruimte ben ik een rimpel
van de lichtzee een luttele vonk
van de wateren een onvindbare druppel
van het woud het kleinste blad
maar in de rimpel ben ik de ruimte
in de vonk het hart van het licht
in de druppel de verte van de wateren
en in het blad de diepte van het woud
er is geen straling die niet mijn straling is
er is geen vrede die niet mijn vrede is
er is geen leegte die niet mijn leegte is
(Erik van Ruysbeek)

Echeveria

Winters landschap

Lot en vrijheid

Lot en vrijheid zijn met elkaar verloofd. Alleen hij die de vrijheid verwerkelijkt, ontmoet het lot. Dat ik de daad die mij bedoelde, ontdekte, daarin, in die beweging van mijn vrijheid, openbaart het geheim zich aan mij. Wie al het veroorzaakt-zijn vergeet en vanuit de diepte een beslissing neemt, wie have en goed aflegt en naakt voor het aangezicht treedt: hem, deze vrije mens, ziet het lot tegemoet als het evenbeeld van zijn vrijheid. Het is niet zijn grens, maar zijn heelwording. Vrijheid en lot omhelzen elkaar tot de zin van het leven: in de zin kijkt het lot met de zojuist nog strenge ogen vol licht als de genade zelf.
(Martin Buber)

dinsdag 10 februari 2009

Transmutatie


Pauwenveren

Omdat ik als Kasper Hauser’ een nieuwe, totaal vreemde wereld voor me wil zien, 
een nieuwe verwondering wil leren kennen, zoals een zuigeling die zou ervaren 
wanneer hij zich van het ene op het andere moment 
tot een volwassen man zou ontwikkelen, 
- omdat ik een punt wil worden en niet eeuwig een komma wil blijven. 
Ik verwerp de geestelijke nalatenschap van mijn voorouders 
ten gunste van de staat en wil liever oude vormen 
met nieuwe ogen leren zien dan, zoals tot dusver, 
met oude ogen; 
misschien verwerven ze dan de eeuwige jeugd! 
– Het begin dat ik heb gemaakt, was goed; 
alleen moet ik nog leren 
om alles te glimlachen en niet enkel te verwonderen!
(Gustav Meyrink)

Signaturen






Ommegang - IX

Credo

Dat ik ik ben.
Dat mijn ziel een donker bos is.
Dat mijn bekende zelf nooit
meer zal zijn dan een kleine
open plek in het bos.

Dat goden, vreemde goden,
vanuit het bos, op de plek van
mijn bekende zelf te voorschijn
komen, om weer heen te gaan.
Dat ik de moed zal moeten
hebben ze te laten komen en gaan.
Dat ik me nooit door mensen
iets zal laten wijsmaken, maar
dat ik zal proberen altijd de
goden in andere mannen en 
vrouwen te herkennen en mij
aan hen te onderwerpen.
(D. H. Lawrence)

maandag 2 februari 2009

Ruimte en tijd

Lux in tenebris

De oude alchemist,
die in het Nigredo - de staat van totale duisternis - verkeert, mediteert en bidt.
Hij is zonder hoop en toch niet wanhopig, verdrietig zonder zelfmedelijden.
Hij twijfelt voortdurend, maar is niet vertwijfeld.
Hij heeft geen uitzicht en hij maakt zich ook geen uitzicht.
Hij richt zich niet op de toekomst,
maar op het licht van zijn vertrouwen, hoe klein dat ook is.
Hij maakt niets groter en denkt niet vooruit.
Hij laat leegte leegte.
Dan kan in het hart van de duisternis
het wit - het Albedo - geboren worden.
De vogel zingt zoals hij gebekt is.
De ambachtsman maakt, de kunstenaar schept, de denker denkt.
Ieder wezen heeft zijn hoedanigheid waarmee hij antwoord geeft
aan het Wezen waarbinnen hij zich bevindt.
Dit talent, dit lied, is de sleutel tot verlossing. Is verlossing.
Er is geen gouden toekomst.
Er komt niets dat beter is dan nu.
Dit is het geschenk.
(Hans Korteweg)