woensdag 27 oktober 2010

Zeegezicht - IX

Gras

Niet-weten

Ik weet niets. 
Ik ben volledig de weg kwijt. 
Het enige dat ik altijd heb geweten is dat ik het niet weet.
In tijden waarin ik dacht: ik weet het of ik zou het moeten weten 
of ieder ander lijkt het te weten, 
is het enige dat altijd de overhand had, 
de enige constante, dat ik het niet weet.
In 'mijn hele levensgeschiedenis' is er altijd het gevoel 
van verbijstering geweest, en van niet weten. 
Ook was er de pretentie het wel te weten, te geloven en te hopen, 
die dit ogenschijnlijk bedekte.
Dat is allemaal het spel van het leven. 

Herkenning van het leven zoals het is,
is herkenning van wat er al is en altijd is geweest: niet-weten. 
Dit is wat ik ben. 
Absoluut onschuldig niet-weten. 
In niet-weten is er geen twijfel. 
In niet-weten is er absolute helderheid.
Eenvoudig de onmiddellijke herkenning van wat is.
Dit ben ik.
Ik ben het leven zelf.
(Unmani Liza Hyde)

zaterdag 23 oktober 2010

Amberboom - VII

Riet - X

Het is niet te begrijpen

Het is niet te begrijpen, het is niet te achterhalen, maar het is een gegeven dat er in de totaliteit van alle zijn iets is dat zich losmaakt uit het zijn en dat 'ik' zegt, alsof het het middelpunt is van het universum. Dit 'ik' kent zichzelf een groter belang toe dan al het andere, terwijl het op de keper beschouwd niet op zichzelf bestaat en niet op zichzelf kan bestaan. Het ziet dat niet, want het is blind.

Deze blindheid, die onwetendheid is, is het begin van alle lijden. En het is tevens het begin van de kennis van goed en kwaad. Blindheid, inkrimping van bewustzijn tot geïsoleerd ik-besef, is zonder begin, maar zelf wel het begin. Het levensspel begint met onwetendheid. Als het spel tot het einde wordt gespeeld, blijkt blindheid niet iets afzonderlijks te zijn, maar opgenomen te zijn in verlichting. Het kwaad, dat een geïsoleerde kracht leek te zijn, blijkt volmaakt passend onderdeel te zijn van het grote mozaïek. Het geïsoleerde kwaad – of dat nu het kwaad in mijzelf is of in de wereld – is niet een oorspronkelijke kracht. Het is niet zo dat tot in de diepste diepte kwaad staat tegenover goed.

Zo lees ik ook het verhaal in Genesis over het paradijs. Daar wordt gezegd dat het paradijs – de staat van eenheid – verlaten wordt zodra er een afhankelijkheidsrelatie ontstaat met de slang (die, laten we dat niet vergeten, net zoals de mens door God geschapen is en een bewoner is van het paradijs). In die afhankelijkheidsrelatie (die ik hechten noem) wordt er gegeten van de boom van de kennis van goed en kwaad, vervolgens treedt er schaamte op en wordt die serieus genomen, vervolgens komt er een heimelijkheid en een zich verbergen en tenslotte wordt de schuld aan anderen toegekend. Dan is de eenheid gebroken. Het paradijs wordt verlaten, de wereld van de dualiteit wordt ingegaan. En daar is dan meteen Kaïn die jaloers wordt op zijn broer, die zich buitengesloten voelt en vervolgens de veronderstelde mededinger doodt. Na die keuze voor de vrucht van de dualiteit (je kunt het ook een bewusteloos rollen in noemen) wordt het kwaad één van de twee polen van de dualiteit en neemt het schijnbaar afzonderlijke vorm aan. Dan lijkt het alsof er een absolute scheidslijn is die dit universum doorsnijdt, met aan de ene kant een goede god en aan de andere kant een kwade god (de duivel). En dan wordt vergeten dat onwetendheid is ingebed in wetendheid of in meer traditionele bewoordingen dat alles in Gods hand is.
(Hans Korteweg)

dinsdag 19 oktober 2010

Gouden golven - II

Zand, zee, wolken...

Waarom naar de waarheid zoeken?

Waarom zou u koortsachtig naar de waarheid zoeken?
Ze vibreert in elk zichtbaar en onzichtbaar ding, zelfs vlak voor het puntje van uw neus.
Kunt u uzelf tot rust brengen en haar zien in een berg, in een pijnboom of in uw eigen geest?
Probeer uzelf niet wijs te maken dat u haar zult ontdekken door nog meer kennis te verzamelen.
Kennis schept twijfel, en twijfel maakt de honger naar nog meer kennis alleen maar groter.
Uw honger zal onverzadigbaar blijken te zijn.
Een verstandig mens zet zichzelf een heel wat subtielere maaltijd voor.
Hij voedt zichzelf met het inzicht dat alles wat naam en vorm heeft uit het naamloze wordt geboren,
dat alle zijn uit het niet-zijn te voorschijn komt,
dat alles wat kan worden beschreven uit het onbeschrijflijke voortvloeit.
Hij ontdekt deze subtiele waarheid binnen zijn eigen geest en ervaart grenzeloze tevredenheid.

Wie is er in staat stil te zijn en het schaakspel van het leven te observeren?
Een dwaas handelt altijd vanuit blinde impulsen, 
maar een wijs mens weet dat overwinning en nederlaag van iets veel subtieler afhankelijk zijn. 
Hij beseft dat het volmaakte al aanwezig is voordat er een handeling plaatsvindt.
Zodra een mens tot impulsief handelen overgaat, wordt deze volmaaktheid verstoord.
Wees daarom tevreden en breng de harmonie niet in gevaar.
Verlies uw innerlijke kalmte niet.
Ontdek de harmonie die altijd al aanwezig is.
Omarm haar in uw hart.

Als u dat kunt, kunt u alles en zal de wereld weer gezond worden.
Als u hier niet in slaagt, zult u voor eeuwig in het duister ronddwalen.
(Laozi)

zondag 17 oktober 2010

Bruggetje

Onder de platanen

Wat is het denken? - II

Omdat iedere gedachte afhankelijk is van het denkvermogen - de denker - worden we er de slaaf van. Iedere ervaring waar we doorheen gaan, iedere indruk die we opdoen, bepaalt mede ons toekomstige denken en handelen. Terwijl we ons leven leven, programmeren we onszelf om een wereld te accepteren die niet werkelijker is dan de wereld van The Matrix. Onze wereld wordt een zelfgeschapen werkelijkheid met haar eigen door het denken geschapen logica om zich zo te kunnen rechtvaardigen. Zo verliezen we onze ware vrijheid, onze ongebonden natuur. Als er 'gelukkige' gedachten opkomen zijn we gelukkig. Als er 'droevige' gedachten opkomen zijn we droevig. Al onze emoties zijn niets anders dan gedachten. Als we er volledig de beheersing over verliezen kunnen we zelfs krankzinnig worden. En het lijkt allemaal zo werkelijk!

De waarheid is dat het denken en de wereld die het voor ons schept, voortkomt uit, en wordt onderhouden door, onze eigen Bron of Zelf. Maar we zijn zo in beslag genomen door het spel van het leven dat we het zicht erop verliezen, zoals een kind dat bezig is met een videogame in een speelhal en vergeet om naar huis te gaan.
(Pradheep Chhalliyil)

vrijdag 15 oktober 2010

Vliegenzwammen - V

Zelfportret

Wat is het denken? - I

Denken kan worden gedefinieerd als ons vermogen om ons van iets bewust te zijn, subjectief dan wel objectief. Bewustzijn van iets hebben is een gedachte. Het stoffelijk orgaan dat de manifestatie van de gedachten mogelijk maakt is de hersenen, terwijl de constante stroom van gedachten 'het denken (wordt genoemd. Onze identiteit is gebaseerd op de gedachten die in ons denken plaatsvinden. Het lichaam bestaat uit 30 biljoen cellen, maar ze staan allemaal onder controle van het denken. Je wilt eten en je doet je mond open. Je wilt lopen en je benen bewegen. De persoon die dit alles beheerst beschouwen we als 'ik' of 'mij'. Maar overeenkomstig de Oepanishaden is zelfs het 'ik' een begrip, een gedachte zoals elke andere. Net als de mensen in de Matrix denken we dat we een leven leiden, maar in feite is het helemaal door het denken, of Maya, tevoorschijn getoverd.

Zolang we zijn verbonden met onze Matrixachtige wereld hebben we een 'ik'-gedachte met een precies bepaald gevoelscomplex van lichaam en denken. Het ironische is dat we denken dat we onze gedachten beheersen, maar in werkelijkheid beheersen onze gedachten ons. Ons denken dicteert iedere ervaring die we hebben, en ervaring wordt gevoed door de zintuigen, van de smaak tot het reukvermogen, aanraking en andere zintuiglijke genoegens. Meestal handelen we op de manier waarop ons denken dat wil: 'Ik' deed dit of dat, omdat 'ik' dacht dat het juist was.
(Pradheep Chhalliyil)

Braam

Rubus fruticosus

Vensterbank - II

Over vertrouwen

Vertrouwen gaat vooraf aan hulp. Vertrouwen ontstaat in het weten dat er door alles heen en in elke periode, leiding is. Dat ik daar op af kan stemmen. Verscheurdheid ontstaat als ik mij verzet tegen wat zich aandient en handel vanuit angst en gedrevenheid, en mijn overlevingsmechanisme inzet. Als ik forceer omdat het niet goed zou zijn, omdat het anders moet zijn en er niet op vertrouw dat zichtbaar zal worden wat mij te doen staat. Maar als ik vetrouw op leiding, ontspannen blijf en uit kan houden dat ik het nog niet weet dan komt er hulp. Dat is mijn ervaring ook al kan ik dat weleens vergeten.
Als ik dan leiding ervaar vervult mij dat met een grote dankbaarheid.
Het is mooi om te zien hoe het levensplan dat in de mens besloten ligt zich in de loop van zijn of haar leven voltrekt als daarin wordt meebewogen. Het levensplan dat ons in een gegeven al aanwezige persoonlijkheidsstructuur doet begeven die zich in de tijd ontvouwt en waar wij ons in de loop van ons leven weer uit losmaken om op ons innerlijk weten te koersen en vrij en scheppend aanwezig te zijn. Het geeft vertrouwen om te zien of te ervaren dat er zich iets in ons voltrekt dat het leven in ons tot expressie wil brengen en dat er leiding is wanneer we dit toelaten.

Daarom hou ik zoveel van astrologie, van dromen of de I Tjing en van mensen die voor mij leidend zijn. Ik vind het echt een levenskunst om leiding toe te laten en te onderscheiden wat ware leiding is en wat een dwaallicht is. Mensen die elke gebeurtenis in hun leven afschilderen als iets wat door een god in de hemel achter een soort grote computer in hun leven wordt gebracht zijn naar mijn gevoel mensen die zich laten leiden door dwaallichtjes. Alsof deze computer een foutmelding geeft als de mens van zijn weg afdwaalt en dan een ziekte of een ongeluk stuurt waardoor de mens weer terugkeert naar dat 'wat de bedoeling' is. De wereld is vol dwaallichtjes maar de hardnekkigste zitten in mijzelf.  Als ik vanuit mijn overlevingsmechanisme vind dat ik iets moet doen omdat het 'goed' voor mij is terwijl er niets resoneert dan dwaal ik. Vertrouwen komt vanuit de ziel, vanuit het weten dat er leiding is en wat ware leiding is. Het is onze natuurlijke beweging om daar op af te stemmen en om de energieën die in ons leven verschijnen zoals inspiratie, inzicht, contact, liefde, verbinding, creativiteit, contractie, verlies of ondernemingszin, op te nemen en er naar beste weten in te handelen. Dan geef je mee en kan er zich hulp aandienen.
(Carla Kerklaan)

dinsdag 12 oktober 2010

Eikenbladeren

Landschap met wolken - XXVII

De Matrix

Als we naar de sterren kijken, kunnen de meesten van ons haast niet anders dan zich verbazen over de aard van het heelal. Vanuit een wetenschappelijk oogpunt weten we dat het materiële objecten zijn, maar hoe en waarom hangen ze daar? Wie heeft ze daar geplaatst? We denken misschien: 'In de enormiteit van ruimte en tijd word ik geboren en sterf ik, maar is dat mijn einde? Verdwijn ik daarna in het niets? Waar was ik voordat ik werd geboren?'.

De meesten van ons kunnen zich niet voorstellen dat we voor altijd zullen verdwijnen. Iets zegt dat dit niet klopt, maar we kunnen niet precies verklaren wat. Zulk voortdurend twijfelen kan ons gek maken en kan ons tenslotte naar een leraar leiden die beweert het antwoord te weten. Net als wij allemaal wil Neo de Waarheid weten over de enige wereld die hij tot dan toe kende, de Matrix.
Neo vraagt Morpheus de Matrix te beschrijven. Morpheus vertelt hem dat de Matrix zo overtuigend is dat het hem ervan weerhoudt de Waarheid over de wereld te kennen.

Morpheus zegt dat deze Matrixwereld niet werkelijk is. Hij is gecreëerd om zó echt te lijken dat iedereen denkt dat hij een werkelijk leven leeft: dat men naar zijn werk gaat, televisie kijkt, belasting betaalt, naar de kerk gaat, enzovoort. Maar het is een truc. De Matrixwereld is geschapen om zó werkelijk te zijn dat niemand ooit de waarheid over zichzelf zal kennen.


(Pradheep Chhalliyil)

zaterdag 9 oktober 2010

Amberboom - VI

Pompoenen

Goede tijden, slechte tijden...

De meesten van ons zijn geconditioneerd in hun denken, en het is heel moeilijk voor ons om dat te veranderen. Dat is het enige dat ons verhindert om de werkelijkheid te zien. Zolang je in vaste patronen denkt, vallen die samen met het universum en de wereld, en zie je de dingen zoals ze lijken te zijn, maar niet zoals ze zijn. Je kijkt uit het raam en je ziet een mooie boom, een prachtige lucht, bossen, een meer. Dat klinkt goed. Je kijkt de andere kant op en je ziet rellen, de onmenselijkheid van mens tot mens, vernieling, aardbevingen. Hoe verenig je dat met elkaar? Kijk naar je eigen persoonlijke leven. Je kent goede tijden en slechte tijden, en op basis daarvan weet je wat je wel en niet wilt meemaken. Je wilt de goede tijden meemaken, niet de slechte tijden. Maar wat je dan niet begrijpt is dat waar er slechte tijden zijn, er ook goede tijden zijn. En waar er goede tijden zijn, zijn er ook slechte tijden. Je kunt niet het ene hebben zonder het andere. Dat kan nooit.

Om dat te illustreren heb je het verhaal van de twee kikkers. Die sprongen per ongeluk in een kan melk. Het waren een dikke kikker en een dunne kikker. En ze konden er niet uit. Ze zwommen maar rond, de kanten waren glibberig, en de dikke kikker zei tegen de dunne: 'Broeder kikker, het heeft geen zin om hier rondjes te blijven draaien. We gaan verdrinken, dus ik kan beter opgeven.' De dunne kikker zei: 'Hou vol, broeder, blijf rondspartelen. Iemand zal ons er wel uithalen.' Ze spartelden urenlang rond. Toen zei de dikke kikker opnieuw: 'Broeder, ik word heel moe nu. Ik hou er mee op en ga verdrinken. Niemand kan ons hier ooit uit krijgen. Het is zondag, niemand werkt. We zijn gedoemd te sterven. We kunnen hier onmogelijk uitkomen.' En de dunne kikker zei: 'Blijf het proberen. Blijf rondspartelen. Er gaat iets gebeuren, blijf rondspartelen.' Weer gingen er een paar uur voorbij. En de dikke kikker zei: 'Ik kan niet meer. Het heeft geen zin, want we gaan toch verdrinken. Wat voor zin heeft het?' En hij liet los, hij gaf op. Hij verdronk in de melk. Maar de dunne kikker bleef rondspartelen. Tien minuten later voelde hij iets hards onder zijn voeten. Hij had de melk tot boter gekarnd en sprong uit de kan.

Zo is het met ons ook. We maken zoveel mee in ons leven. We denken dat er geen uitweg is. We denken dat we mensen zijn en verstrikt zitten in maya. We moeten bepaalde ervaringen doormaken, en lijden, en gelukkig zijn, en van alles doen. Maar als ik de waarheid met jullie deel, dat er geen maya is, dat er geen universum is, lijkt het of er niets is. Het is alleen maar je geest die die omstandigheden creëert, en je geest bestaat niet.
(Robert Adams)


Robert Adams

dinsdag 5 oktober 2010

Stil verval

Tijdreiziger

De verloren Zoon

Zo verliet ik het huis van mijn Vader, 
maar verliet ik het werkelijk? 
Zijn huis heeft geen deuren of ramen, 
geen muren of vertrekken. 
  
Zijn huis is het heelal 
en slechts het idee van afgescheiden zijn 
schept deuren en ramen, 
muren en vertrekken. 
  
Nooit kan ik verlaten 
wat ik altijd ben, 
nooit kan verloren raken 
wat in zichzelf steeds thuis is. 
  
Als in een diepe slaap, 
dronken van onwetendheid, 
verloor ik herinnering 
aan wat ik werkelijk ben. 
  
Ik ben de zoon van de Vader. 
De Vader is in mij, 
in de Vader ben ik, 
onverbrekelijk één. 
  
Zijn rijkdom is de mijne, 
al wat van hem is 
is van mij, 
scheiding is niet meer. 
  
Het oudste in mij 
blijft altijd thuis, 
het jongste wil verkennen 
wat de Vader in mij al kent. 
  
Hier en nu plooit zich 
de mantel der liefde om mij heen 
als ik inkeer naar mijn ware zijn 
waar nimmer iets geboren werd. 
  
Terwijl ik uitga, ga ik in, 
terwijl ik inga, ga ik uit. 
Wie zou de zegelring van liefde kunnen breken 
die zonder omtrek is? 
  
Sandalen van liefde en mededogen 
draag ik nu aan mijn voeten,  
die nimmer meer vermoeid zijn 
en wandelen in het Ene. 

(Marcel Messing)

Droomlandschap

Herfstblad - IV

vrijdag 1 oktober 2010

Enkel adem

Niet christen of jood of moslim, niet hindoe,
boeddhist, soefi of zen. Geen enkele religie

geen cultuursysteem. Ik kom niet uit Oost
of West, niet uit de oceaan of omhoog uit

de aarde, ben niet stoffelijk of etherisch,
behoor niet tot de elementen. Ik besta niet,

ben geen entiteit in deze wereld of de volgende,
stam niet van Adam en Eva of eender welk

ontstaansverhaal. Mijn plaats is plaatsloos,
ben spoortje plaatsloosheid. Lichaam noch geest.

Ik behoor tot de geliefden, zag de twee werelden
als één en op dit ene beroep ik me en weet

eerste, laatste, buiten, binnen - enkel dit
adem ademend menselijk wezen.
(Djelal-oed-Din-Roemi)

Herfstbladeren - II

Reis naar de sterren