zondag 29 december 2013

Reflecties - XII


Landschap met bomen - II


Wees niet in conflict

Wees niet in conflict met je gedachten en het Zelf.
Als er geen conflict is, zijn er ook geen gedachten.
Gedachten bestaan alleen omdat er een conflict is.
Met conflict bedoel ik dat je je zorgen maakt
over hoe je die gedachten kunt kwijtraken.
Je doet sadhana, meditatie, Pranayama', japa etc.
Al deze dingen veroorzaken conflicten want zei je niet
dat je die dingen doet om bevrijd te worden.
'Ik doe deze dingen om vrij te worden'. 


Dit is het conflict want je bent nu al vrij en bevrijd.
Dus zodra je je zelf wijsmaakt dat je iets moet doen
om bevrijd te worden, verschijnt dat conflict onmiddellijk.
Dit is je enige echte probleem.
Het is jouw probleem en dit conflict is ontstaan toen je
als kind geprogrammeerd werd,
door samskara's uit een vorig bestaan.
Wat je daar vandaan meegenomen hebt,
de diepgewortelde ideeën over wie je denkt dat je bent.
Dit is waar het conflict zijn wortels heeft.

Het vertelt je, 'ik ben gewoon een menselijk wezen.
Ik ben dit kwetsbare lichaam.
Ik moet soms lijden ondergaan.
Soms moet ik gelukkig zijn.’ Allemaal leugens.
Er is nooit iemand geweest die moest lijden.
Er is nooit een 'jij' geweest die gelukkig moest zijn.
Er is nooit iemand in jou geweest die gelukkig moest zijn.
Er is niemand in jou dit zo nodig ongelukkig moest zijn.
Het zijn allemaal gedachtekronkels.
Dus zodra je probeert negatieve conditionering
te vervangen door positieve conditionering,
veroorzaak je een conflict. 

Dit verklaart waarom psychiatrie en psychologie niet helpen.
Omdat ze je normaal willen maken.
En wie wil er nu normaal zijn? Oersaai!
De waarheid is dat je niet iets moet willen zijn.
Er is niets dat je wenst te zijn.
Er is niets dat je moet worden.
Er is geen toekomst voor jou als je iets wilt worden.
Op dit moment ben jij het Ene. Er is nooit een ander geweest.
Op dit moment ben je totaal vrij, zolang er geen gedachte
in je opkomt en je niet iets wil laten gebeuren.

(Robert Adams)

maandag 23 december 2013

Compositie - XXXIV


Golven - VIII


De emoties loslaten

Hoe kun je emoties los laten?
De manier om ze los te laten 
is denken dat er geen zelf bestaat.
Wat wordt met geen zelf bedoeld?
Het zelf is oorspronkelijk niet-zelf; wij zijn niet dit zelf.
Dus waaraan hecht het zelf zich?
Op een bepaald moment is er het zelf 
en dit beschouw je als jezelf.
Wanneer je je aldus aan jezelf vastklampt, 
is er niet geen-zelf. 

Als niets niet-zelf is, 
is er niets waaraan het zelf zich niet hecht. 
Je geboorteland is niet van jezelf, 
toch wil je er voor sterven, uit liefde.
Je thuis is niet van jezelf, toch wil je ervoor sterven, 
omdat je ervan houdt. 
De dingen zijn niet van jezelf, toch wil je er voor sterven, 
zoals vliegen de mestvaalt zoeken, 
zoals de mieren op bedorven vlees afkomen, 
zoals bijen proberen door een gesloten raam te vliegen, 
wanneer ze het zonlicht zien, en zichzelf pijn doen.
Gulzigheid en hebzucht veranderen de mensen 
in aasgieren, onverzadigbaar.

Probeer eens aan het zelf te denken; 
voor het zelf bestond, was het niet als nu. 
Het moet helder en sereen geweest zijn. 
Het zelf is voorbijgaand gelijk een schaduw 
die voorbij gaat, net als de morgendauw, 
het zelf is in een ogenblik verdwenen. 
Daar het zelf geen zelf kent, 
wat is dan de bedoeling van liefde voor het zelf?

Verbaasd lachend leg je je hand op je hart.
Als je op deze manier mediteert,
welk verlangen zal dan niet verdwijnen?
(Lü Yen)

maandag 16 december 2013

Herfstdraden


Dijle in Mechelen


Inzicht

Een vraag: 

'Wat zou je moeten doen om uit een kuil te komen 
waar je nooit in bent gevallen, 
maar wel denkt te zijn ingevallen?'

'Niets', 
is het antwoord dat meestal gegeven wordt, 
maar dat slaat de plank mis. 
Het inzicht moet aanwezig zijn 
dat je nooit in een kuil gevallen bent, 
anders stop je niet met je pogingen om eruit te komen. 

De spirituele zoeker vraagt degene die ontwaakt is
hoe hij uit de kuil van afgescheidenheid 
en lijden kan komen. 
De ontwaakte wijst op het feit dat de zoeker 
helemaal nooit in een kuil is gevallen. 
'Dank u', antwoordt de zoeker, 
'maar denkt u dat ik een ladder nodig heb 
om uit de kuil te komen?'

De ontwaakte wijst opnieuw op het feit 
dat er nooit een kuil is geweest 
en dat de zoeker er nooit is in gevallen.
'Dank u', antwoordt de zoeker, 
'zou een touw niet beter zijn 
om me uit deze kuil te helpen?'

De ontwaakte wijst dan nogmaals op het feit 
dat de zoeker niet in een kuil zit.

Dit is hoe het gesprek voelt voor iemand 
die tot ontwaken is gekomen. 
Maar de ontwaakte blijft met groot mededogen 
de richting wijzen.

Op een dag ziet de spirituele zoeker in 
dat 'de kuil' niet meer was dan een illusie. 
De zoeker en de ontwaakte 
kunnen dan samen lachen 
om hoe simpel het allemaal is. 

maandag 9 december 2013

Observatorium


Grassen


Onze ware aard

Onze ware aard kan niet bewerkt 
of veredeld worden.
Van begin af aan is het in alle opzichten volledig, 
ongerept en helder tot op de bodem.
Verkeert alles in de juiste staat 
en heerst er nergens gebrek, 
verwerf dan de zuivere blik die alles doorstraalt.
Zo wordt bevrijding werkelijkheid.

Verlichting betekent belichaming hiervan.
Stabiliteit groeit uit beoefening hiervan.

Geboorte en dood hebben in oorsprong 
geen wortel of stam.
Verschijnen en verdwijnen 
hebben in oorsprong geen aanduidingen 
of sporen.
Het oerlicht doorstraalt de kruin.
De oerwijsheid gaat om met condities 
- in stilte, 
maar evengoed schitterend.
(Tiantong Hongzhi)

dinsdag 3 december 2013

Fontein - VII


Reflecties - XI


Heilig inzicht

Wees overtuigd, dat geen enkele macht 
ook maar enige waarde heeft,
behalve de macht van heilig inzicht, 
die van onschatbare waarde is.
Geen offer is daartoe te groot.
Zo ge haar ooit bereikt, 
zult ge haar tot het einde der tijden behouden.
Het zal uw woorden met meer kracht laden
dan alle legers ter wereld ooit kunnen opbrengen,
en het zal uw daden meer zegen brengen
dan alle wereldse machtsdragers samen
ooit zullen dromen aan de wereld te kunnen brengen.

Want inzicht is zijn eigen schild; 
zijn sterke arm is Liefde.
Het vervolgt noch tiranniseert,
maar valt als dauw op de dorre harten der mensen,
en hen die het afwijzen,
zegent het niet minder dan hen die het indrinken.
Zo zeker is het van zijn innerlijke kracht,
dat het niet tot uiterlijk geweld zijn toevlucht neemt.
Zo onbevreesd is het, dat het,
het gebruik van vrees als wapen
om zich aan iemand op te dringen, verwerpt.
De wereld is arm, o zo arm, aan inzicht. 

Daarom zoekt zij haar armoede te verbergen 
achter de sluiers van valse macht. 

Valse macht sluit verdedigende en 
aanvallende verbonden met valse kracht. 
Beide bedienen zich van vrees. 
En vrees vernietigt ze beide.
(Mikhail Naïmy)